Dag 3 Westpoint  

Door Didier

Langzaam word ik wakker door de zon die op mijn gezicht straalt. Ik kijk om me heen en zie een smerige kamer, de vele lagen verf op de muur. Het eindeloze gezoem van de airco wordt harder terwijl ik in de richting het raam loop de oordoppen uit mijn oor trek.
Ik kijk naar buiten en zie hoe ze de straat aan het opbreken zijn.
Ik was me en kleed me aan met geleende kleding want mijn koffer is zoek geraakt op het vliegveld.

Beneden vraag ik met goede hoop aan de balie van het hotel of mijn koffer er al is. "Nee", zegt de hindoe ongeïnteresseerd. Als ik vraag of hij een dollar wil wisselen voor de drankautomaat kijkt hij me aan alsof ik hem vraag of hij het hotel een paar meter kan verplaatsen. Nee, blijkbaar ben ik geen gast maar een klant. We verzamelen voor het hotel en gaan naar de supermarkt om te ontbijten.

Daarna gaan we de metro in, overweldigd door hitte en stank. Ik vraag me af waarom het hier allemaal zo oubollig uit ziet.
Gelukkig hebben alle wagons airco en zo gaan we naar Central Park.
Central Park is een gigantische groene strook in deze betonen jungle van gebouwen. Zo groot dat je vergeet dat je in een stad bent.

Rotsen, heuvels, meren, bomen, planten, sportvelden, speeltuinen, een zwembad en mensen die even willen ontsnappen aan het opgefokte tempo van de stad. Na wat te hebben geslenterd door het park gaan we zitten in de schaduw. Hierna gaan we naar St. Patrick's Cathedral. Al lopend aanschouwen we dit stenen gevaarte van gotische stijl.

In de kerk is een mis aan de gang en de pastor predikt het geloof zoals alleen een Amerikaan dat kan. Wat een ruimte. Terwijl pap, mam, Martin en Angela voor de communie gaan kijk ik rond en vergaap me aan de massieve bronzen deur.
Als we naar Grand Central station lopen, komen we langs het hotel Waldorf waar gefilmd is voor de film van Eddie Murpy, (Coming to America).
Central Station ziet aan de buitenkant uit als een wolkenkrabber en niet als een station, maar schijn bedriegt.
Binnen is een grote hal bekleed met marmer en brons en het plafond waar de sterrenbeelden op staan maar als je 20 meter verder loopt zie je beton en slecht afgewerkte ruimtes.

We gaan nog even wat eten en ik werk een pizza naar binnen met een glas ice tea, ik kreeg een beker koude thee met ijs: bah!

Hierna vertrekken we naar Westpoint en rijden paralel aan de Hudson rivier.
We worden daar opgehaald door Alison, de vrouw van Paulie. Pap heeft Paulie leren kenen in Bosnië.
Zo is Paulie een paar keer bij ons thuis geweest en nu zijn wij bij hem te gast. Westpoint is de kweekvijver voor de Amerikaanse officieren. Vele groten der aarden komen er vandaan zoals Generaal Patton, die hier ook is opgeleid. Omdat Paulie hier les geeft en woont geeft dit ons de unieke kans om hier rond te kijken.

Bij de ingang worden we gecontroleerd op onze identiteit.

Na het terrein te zijn opgereden, zien we de nieuwe rekruten die aan het trainen zijn. Dan komt Paulie aangereden in zijn witte pickup truck en worden we begroet. Hij neemt ons mee naar een punt bij de Hudson rivier daar neemt de rivier een bocht van 90 graden en het was daarom een goed strategisch punt om schepen te beschieten. Ze legden een ijzeren ketting van de ene oever naar de andere. De schepen moesten daar hun zeilen laten zaken om daarna het schip te draaien. Door de ketting konden de vijandelijke schepen niet weg en zo waren ze een makkelijker doel om op te schieten. We spreken over de tijd van de Amerikaanse revolutie.

Na deze periode zijn ze deze locatie gaan gebruiken om militaire technici op te leiden en met de tijd is het uitgegroeid tot de militaire academie die het nu is.

We lopen langs monumenten en kanonnen uit vervlogen tijden en passeren beelden van alle militaire groten der aarde zoals Eisenhower en Kuster. Vervolgens krijgen we in Paulie's klaslokaal een demonstratie van het smartboard. Een gecomputeriseerd schoolbord.

Hierna gaan we naar Paulie's huis. Angela, Martin en ik zitten achter in de bak van de pickup. We gaan tussendoor ook nog even bij de recrute chapel langs.
Het huis van Paulie ligt op het terrein van Westpoint zelf. Niemand sluit zijn huis af want iedereen kent elkaar en vertrouwd elkaar. Trouwens, je komt Westpoint niet binnen tenzij je er werkt of kennissen hebt wonen.

Vorig jaar hebben we hun trouwerij gemist en vanwege die gelegenheid krijgen ze van ons een beeld. En ik heb voor Allison zilveren armband gemaakt, komt goed uit als je goudsmid bent.

Buiten in de tuin gingen we op Amerikaanse manier bbq-en en daarna hebben we een spel gedaan dat ik nog niet kende.
Een spel genaamd bagg = zak in het Nederlands.
Het was een plank onder een hoek van 35 graden, met een gat erin.
De bedoeling is vier zakjes op de plank te gooien en het liefst in het gat.

De zak moet wel op de plank blijven liggen, anders telt het niet. Martin en ik wonnen van Angela en Alain.
Na dit spel neemt Paulie, pap en mij mee naar het kerkhof waar we wat graven bekijken.

Op dat kerkhof kan je alleen begraven worden als je op Westpoint bent afgestudeerd.
Ineens zijn er overal lichtjes die boven de graven zweven, holy shit spoken? Nee, dat kan niet. Het blijken vuurvliegjes te zijn. Die had ik nog nooit gezien. Verder zie ik ook een hert tussen de graven lopen

We komen bij het graf van Kuster, een bekende Amerikaan die verantwoordelijk is voor de dood van een hoop Indianen, maar uiteindelijk zelf is vermoord en zijn peloton door de Indianen.

Terug bij het huis van Paulie drinken we nog wat voor dat het weer tijd is om terug te keren naar de stad die nooit slaapt.
We worden afgezet bij het treinstation. We nemen afscheid en stappen vlug de trein in. Terug in New York bij het hotel zit ik een sigaar te roken op de stoep en zie ik de ratten aan de overkant rondlopen.

De New Yorkers kijken daar niet van op alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Ik ga naar binnen en strompel naar de balie en vraag een andere Hindoe of mijn koffer er is.
Yes, eindelijk is mijn koffer aangekomen en kan ik weer lopen in mijn eigen kleding.
Het hotel is opeens een stuk leuker.

Ik hoop dat jullie van de vele foto’s genieten die mam en ik maken.